Skip to content

Hitte

In bedrijven die koek en snoep produceren kunnen werkzaamheden voorkomen waarbij medewerkers blootstaan aan hitte. Langdurige blootstelling aan hitte kan leiden tot: vermoeidheid, hoofdpijn en concentratieverlies, warmte uitslag, hittekrampen, hitte uitputting en hitte beroerte. In de sector zijn afspraken gemaakt en goede praktijken verzameld om blootstelling aan hitte te verminderen.

Goede praktijken

Bij het kiezen van geschikte oplossingen om een risico te beheersen wordt de arbeidshygiënische strategie gevolgd. Dat betekent:

  • Dat eerst gekeken moet worden of de bron geëlimineerd kan worden (bronaanpak).
  • Als dit redelijkerwijs niet mogelijk is, dan wordt onderzocht of er technische of organisatorische oplossingen mogelijk zijn. In deze arbocatalogus zijn de organisatorisch en technische oplossingen samengenomen onder het kopje ‘technische oplossingen’.
  • Als dit redelijkerwijs ook niet mogelijk is, of niet afdoende, dan worden als laatste stap persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekt.

NB.

  • Houd bij de keuze van geschikte oplossingen ook steeds rekening met de eisen vanuit de voedselveiligheid.
  • Ga na het nemen van maatregelen met een inventarisatie na of de hittebelasting zodanig is teruggedrongen, dat de gezondheid van de betrokken medewerkers niet meer wordt bedreigd.
Bronaanpak

Zorg bij ver- en nieuwbouw van productieruimten, waar in hitte wordt gewerkt, voor een zodanige bouw dat hitteproblematiek zo dicht mogelijk bij de bron wordt aangepakt. Zie voor meer informatie de goede praktijken in deze arbocatalogus en de ‘Routewijzer Hittebeheersing in de Zoetwarenindustrie’

Sommige ovensystemen werken niet met een continu draaiende band, maar batchgewijs. Hierdoor komt er minder hitte in de ruimte buiten de oven vrij.

Het gebruik van microgolven (net als in de magnetron) bij het voorbakken van producten, verkort het productieproces. Daarnaast vermindert het de warmtebelasting van medewerkers en bespaart het energie.

Ovens met hoog-/laagbranders zorgen ervoor dat de gemeten en de gewenste temperatuur zo dicht mogelijk bij elkaar liggen. Zodra de gewenste temperatuur nadert, gaat de brander automatisch op de lage stand. Dit voorkomt temperatuuruitschieters in de oven en zorgt ervoor dat er minder warmte vrijkomt en er energie bespaard wordt.

Technische maatregelen

In plaats van airconditioning kan ook gebruik worden gemaakt van adiabatische koeling. Dit systeem is gebaseerd op het koelen van lucht door het laten verdampen van water. Boven de 30 graden Celsius kan de lucht 10 graden Celsius of meer adiabatisch afkoelen. Verdampingskoeling is veel zuiniger dan een conventioneel systeem en de investering is lager. De werking van adiabatisch koeling neemt af bij een hoge luchtvochtigheid.
Er zijn vaste en verrijdbare koelers te huur of te koop.

NB. Let op de legionellarisico’s.

Meer informatie over adiabatische koeling.

Een afzuigkap boven de warmtebron zuigt de hitte die vrijkomt vrijwel direct af, zodat die niet in de ruimte vrijkomt. Het is mogelijk om deze restwarmte voor verwarmingsdoeleinden te gebruiken.

 

Airconditioning zorgt binnen vastgestelde grenzen voor klimaatbeheersing in de productieruimte. Dit vermindert de warmtebelasting van medewerkers.

NB. Het is aan te bevelen om airconditioning pas te overwegen, als andere methoden niet afdoende zijn. Als toch voor airconditioning wordt gekozen, is het zaak om vooraf duidelijke doelen en afspraken vast te leggen met de installateur: in een programma van eisen (Zie voor tips de Routewijzer Hittebeheersing Zoetwarenindustrie)

Door een geïsoleerde en eventueel gekoelde controlekamer in te richten, kunnen medewerkers hun werkzaamheden in een aparte ruimte verrichten. Hierdoor staan zij minder lang aan hitte bloot.

 

Daar waar hete leidingen zorgen voor ongewenste warmteafgifte in de werkruimte, worden deze geïsoleerd. Dit beschermt tevens tegen verbranding.

Door, waar mogelijk, aan het einde en bij de invoer van de oven hitteschilden te plaatsen, wordt de hitte die uit de oven vrijkomt opgevangen.

Door koelere lucht aan te voeren bij warme plekken in de productie, vermindert de warmtebelasting van medewerkers. Zorg dat er een lage inblaas dicht bij de werkplekken is. Plaats de aanzuiging op de koele gevel van het gebouw. Vermijd aanzuiging van verontreiniging uit de omgeving (laad-/losplaats vrachtauto’s, etc.).

Profiteer, indien mogelijk, binnen wet- en regelgeving, van nachtelijke koele temperaturen door ’s nachts extra te ventileren. Pas, indien mogelijk, adiabatische koeling toe.

Bij werkplekken waar een werknemer last heeft van stralingswarmte wordt, indien mogelijk, een (verrijdbare) plaat geplaatst tussen de werknemer en de stralingsbron.

Door gebruik te maken van ventilatoren, hebben medewerkers bij hogere luchttemperaturen minder last van de warmte.

NB. Wees voorzichtig met ventilatoren bij een ruimtetemperatuur van 35 graden of hoger. Hoge luchtsnelheid kan dan tot meer warmtebelasting leiden.

Door de warmtebron (beter) te isoleren, komt er minder warmte in de productieruimte vrij. Hierdoor staan medewerkers minder aan warmte bloot. Daarnaast bespaart isolatie energie.

Goed afsluitende deuren van de droogkasten leveren een aanzienlijk verlaging van de omgevingstemperatuur op en bovendien een forse vermindering van het energieverbruik.

Luchtverdeelslangen kunnen (gekoelde) lucht in een ruimte aanvoeren, zonder dat er tocht ontstaat.

Luchtverdeling zonder tocht bij elke temperatuur ontstaat door middel van het plaatsen van textiele luchtverdeelslangen rondom de bestaande koel- en of luchtbehandelingsinstallatie. Hiermee worden een behaaglijk klimaat en een tochtvrije werkomgeving gerealiseerd. De luchtverdeelslangen verdelen de gekoelde toevoerlucht over de gehele oppervlakte van de slang. De uittredende luchtsnelheid uit het materiaal is daardoor zeer laag (bijvoorbeeld 0.1 m/s) waardoor de gekoelde lucht niet in de ruimte wordt geblazen, maar langzaam naar beneden zakt.
Periodiek schoonmaken van de slangen is nodig.

Door de luchtvochtigheid te verminderen, kunnen medewerkers eenvoudiger hun lichaamswarmte afvoeren. Hierdoor voelt het klimaat comfortabeler. Het gebruik van airconditioning, ventilatie, inblazen van droge lucht of een ontvochtigingsinstallatie vermindert de luchtvochtigheid.

Ga na of de lucht van koele, droge afdelingen naar warme, vochtige ruimtes stroomt. Stuur zo nodig de luchtstromen door een betere drukverdeling: afzuiging van warme lucht op warme afdelingen en toevoer van lucht op die plekken die leiden tot een gewenste luchtstroom. Het is van belang om na te gaan hoe luchtstromen in het bedrijf lopen, bijvoorbeeld met een rookbuisje.

Na verloop van tijd kan de isolatie van de oven achteruitgaan, waardoor de oven meer warmte verliest. Dit is met name aan de orde bij een tunneloven ouder dan 12 jaar, omdat dat de gemiddelde leeftijd van het isolatiemateriaal is. Dit effect is ook eenvoudig waarneembaar: de buitenwandtemperatuur van een normaal geïsoleerde tunnel-oven is ongeveer 35 graden (het deel van de wand dat niet in de buurt van een opening zit). De vuistregel is dat als de wandtemperatuur hoger is dan 50 graden her-isolatie rendabel is. Kijk bij her-isolatie van een tunneloven ook naar de mogelijkheden die van toepassing zijn op materialen met een hoge isolatiewaarde. Een andere mogelijkheid is het toevoegen van extra isolatie, als hier ruimte voor is.

NB. Bij oude ovens kan een deel van de isolatie uit asbest bestaan. In dat geval is her-isolatie niet aan de orde, vanwege de hoge kosten van asbestverwijdering (klik hier voor de branche-afspraken over asbest)
Bij een charge-oven zorgt een ovendeur met dubbele beglazing voor besparing. Isolatie van een tunneloven bespaart overigens tot 40% van het totale gasverbruik van de oven. Isolatie van een charge-oven bespaart tot 25% van het gasverbruik van de oven. Klik hier voor meer informatie.

Een scheidingswand of een gordijn van plastic flappen kan warme en minder warme ruimtes van elkaar scheiden. Deze oplossing is ook in een HACCP-omgeving toe te passen. Datzelfde geldt voor een warmteschot: een plaat aan het plafond tot bijvoorbeeld halverwege de hoogte, die verspreiding van warmte naar andere ruimtes sterk vermindert. Het voordeel is dat de ruimtes goed toegankelijk blijven. Voorkom verdere openingen in scheidingswanden, vooral hoog in het gebouw. Denk aan doorvoer van leidingen en transportbanen. Hierdoor kan hete lucht naar andere ruimtes lekken. Probeer, waar mogelijk, warme lucht te bundelen en gericht af te zuigen.
Ook een luchtgordijn kan warme en minder warme ruimtes van elkaar scheiden. Dit is over het algemeen een dure oplossing.

Het recirculeren van warme lucht in de branderruimte zorgt ervoor dat er minder warmte in de productieruimte vrijkomt en het bespaart energie.

Door de warmtebron, eventueel inclusief de afkoelsectie van het product, te omkasten, komt er minder warmte vrij. Hierdoor staan medewerkers minder aan warmte bloot. Deze oplossing kan gecombineerd worden met warmteafzuiging en eventueel hergebruik van restwarmte.

Een warmtepomp is een technische voorziening die restwarmte uit het productieproces kan omzetten in nieuwe inzetbare energie. Die inzet van een warmtepomp kan naast energiebesparing ook een reductie van de warmte in de productieafdelingen met zich meebrengen. Het installeren is met name aan te bevelen bij ver- en nieuwbouwplannen, maar kan soms ook in een bestaande situatie rendabel blijken.

Organisatorische maatregelen

Medewerkers laten bij het openen van een rotatieoven eerst gecontroleerd de stoom ontsnappen, zodat de hittebelasting afneemt.

Door medewerkers die onder hoge temperaturen werken extra pauzes toe te kennen, kunnen zij hun lichaamstemperatuur beter constant houden. Het effect van extra pauzes hangt af van de binnentemperatuur en het inspanningsniveau bij de uit te voeren werkzaamheden.
Zo nodig wordt extra personeel ingezet.

Als ovens kort na gebruik moeten worden gereinigd, maak dan afspraken bij welke temperatuur de reiniging kan starten. Verstrek ook thermometers om de temperatuur te meten.

Door de taken van medewerkers die in erg warme omstandigheden werken af te wisselen met werkzaamheden waarbij de hittebelasting aanzienlijk lager is, staan zij minder aan hitte bloot.

Zorg voor voldoende drinken, dat stimuleert medewerkers om hun vochttekort door hevig zweten aan te vullen. Stimuleer medewerkers om bij warme werkomstandigheden iedere 15 tot 20 minuten te drinken. (HACCP-tip: gebruik bekers met een spitse bodem die niet weggezet kunnen worden) of zorg voor waterfonteintjes bij warme werkplekken in de productie.

Verminder de temperatuur en luchtvochtigheid in het gebouw door:

  • Apparatuur en verlichting waar mogelijk uit te zetten;
  • Ovens niet te vroeg op te starten;
  • Zoveel mogelijk te ventileren als de temperatuur en de luchtvochtigheid buiten laag zijn (bijvoorbeeld ’s nachts);
  • Zonwering of warmtewerende folie op (dak)ramen te gebruiken;
  • Het dak te koelen met daksproeiers
    (NB. Let op de legionellarisico’s);
  • Voor witte dakbekleding te zorgen;
  • Tijdelijke koeling of ventilatie in te zetten.

Houd bij de werkplanning rekening met de warmte:

  • Verschuif werktijden naar de koelste periodes.
  • Plan onderhoudswerkzaamheden in warme omstandigheden zoveel mogelijk buiten de zomer.
  • Verdeel belastend werk over meerdere personen en wissel vaker af.
  • Wissel werk in warmte af met werkzaamheden en extra pauzes in een koelere omgeving.
  • Vermijd bij warmte werkplekken of werkzaamheden hoog in het gebouw.
  • Vermijd bij warmte werkzaamheden dichtbij warmtebronnen (ook bij hete gevel).
  • Plan bij naderende warme dagen de productie zodanig dat de warmteafgifte van ovens en
    andere warmte-producerende machines zo laag mogelijk is.

Als medewerkers een deel van de dag op minder warme plekken werken, staan zij dagelijks aan minder warmte bloot. Deze oplossing verdeelt de warmtebelasting over meer medewerkers. De oplossing is afhankelijk van het warmteplan.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Sommige bedrijven verstrekken zouttabletten op hete dagen. Dit is niet effectief, want zouttabletten verergeren juist de dorst. Het heeft de voorkeur om het zouttekort aan te vullen met natuurlijk zout van voeding.

Bied optimale werkkleding aan die zo min mogelijk warmte vasthoudt en zweet goed afvoert. Tegelijkertijd dient de kleding voldoende bescherming te bieden tegen bijvoorbeeld verbranding.

Bij extreme hittebelasting vermindert een koelvest de opwarming van het lichaam van medewerkers. De ervaring leert dat koelvesten met name bij mobiele functies niet als aangenaam worden ervaren.

Back To Top